Mensen die een coronavaccin weigeren, doen dat vaak uit angst voor de bijwerking. Maar die is niet altijd reëel. De hoofdpijn kan ook een placebo-effect zijn.
Joep Engels
Hoe effectief ze ook zijn, ook de coronavaccins gaan gepaard met bijwerkingen. Het zijn doorgaans lichte effecten van voorbijgaande aard, zoals hoofdpijn, vermoeidheid of een pijnlijke arm, maar veel mensen zien daarom toch af van een vaccin. Dat zou niet hoeven: een groot deel van deze bijwerkingen wordt niet veroorzaakt door het vaccin zelf, zo blijkt uit een Amerikaanse studie. Het is een placebo-effect. De pijn ontstaat in het hoofd van de ontvanger, in de verwachting van een pijn die kan komen.
Het placebo-effect is een bekend fenomeen uit de geneeskunde. Een doktersjas of een goed gesprek heeft vaak net zo’n heilzame werking als een pil of een andere medische ingreep. Dit heeft ook een negatieve zijde, het nocebo-effect. Als mensen denken dat iets pijn gaat doen of dat ze er ziek van worden, dan gebeurt het vaak ook. Het suikerpilletje dat met een goed verhaal een hoofdpijn kan verlichten, kan hem in andere omstandigheden juist veroorzaken.
Onschuldig
Dat dit nocebo-effect ook bij de coronavaccins speelde, was al duidelijk. In de klinische studies waarbij de helft van de proefpersonen het vaccin kreeg en bij de anderen een zoutoplossing werd ingespoten, meldden velen uit de tweede groep dat ze er last van hadden gehad. Terwijl een zoutoplossing volkomen onschuldig is. Dat betekent dat ook in de vaccingroep meldingen zijn gedaan van bijwerkingen die niet van het vaccin kwamen.
Amerikaanse en Duitse onderzoekers namen twaalf coronavaccinstudies onder de loep en vergeleken de gemelde bijwerkingen. Iets meer dan de helft uit de vaccingroep meldde een lichte bijwerking, tegen een derde uit de controlegroep. De groepen zaten dicht bij elkaar als het om systemische klachten ging zoals hoofdpijn of vermoeidheid, terwijl de lokale effecten zoals een pijnlijke arm veel meer in de vaccingroep voorkwamen. Uit die scores berekenen de onderzoekers dat de helft tot driekwart van de bijwerkingen een nocebo-effect is.
Verschil
Opvallend verschil: de controlegroep meldde na de tweede prik minder bijwerkingen dan na de eerste, de vaccingroep juist meer. De onderzoekers hebben er geen bewijs voor maar ze vermoeden dat dit onderdeel is van hetzelfde effect. Er waren in de vaccingroep na de eerste prik meer klachten, schrijven ze op de site van het artsenblad Jama. “Daardoor verwachtte deze groep ook meer bijwerkingen na de tweede prik.”
Mensen weten dat ze bijvoorbeeld hoofdpijn kunnen krijgen van het vaccin, vervolgen ze. Dan krijgen sommigen het ook. Je moet ze daarom niet alleen informeren over de bijwerkingen maar ook over het nocebo-effect. “Dat kan de echte effecten verminderen.”
Volgens Agnes Kant van het bijwerkingencentrum Lareb tellen de onderzoekers niet alleen een nocebo-effect, maar ook de achtergrondincidentie. “Mensen krijgen hoofdpijn na de prik, melden dat als een bijwerking maar dat hoeft het niet te zijn. Misschien hadden ze zonder vaccin ook wel hoofdpijn gekregen. En we weten niet hoe vaak die vermeende bijwerkingen van nature voorkomen.”
Ruis
Die achtergrond geeft een beetje ruis, maar het grootste deel is wel degelijk nocebo, zegt Andrea Evers, hoogleraar gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden. “We weten sinds een jaar of dertig dat dit effect bestaat. Mensen krijgen de klachten die op de bijsluiter staan of waar ze in de media over hebben gehoord. Het nieuwe is dat ze dit nu ook bij de coronavaccins hebben laten zien.”
Ze vinden het beiden belangrijk dat mensen goed worden geïnformeerd over mogelijke bijwerkingen. Over de zeldzame, maar ernstige zoals trombosevorming, maar ook over de lichtere. Kant: “Het is belangrijk dat mensen weten wat ze kunnen verwachten.” Evers benadrukt daarnaast het belang van informatie over nocebo-effecten. “Mensen krijgen ook hoofdpijn doordat ze bang zijn voor zo’n trombose. Als ze weten dat die hoofdpijn wellicht door de angst wordt veroorzaakt, kan dat verlichting geven.”
Denken dat iets een bijwerking is, heeft ook een ander risico, vult Kant aan. “Koorts bijvoorbeeld kan een bijwerking zijn. Maar als het samengaat met andere klachten, is het belangrijk om naar de huisarts te gaan. Het kan dan ook een andere oorzaak hebben”