16 May. 2022 | EenVandaag
Gedragswetenschappers Inge Merkelbach en Andrea Evers over het loslaten van coronagewoontes
Read more
Media
In je elleboog niezen, geen handen meer schudden en afstand houden. Van alle gewoontes die we onszelf tijdens de coronacrisis hebben aangeleerd, lijken de meeste tot het verleden te behoren. Gedragsexperts weten wel waarom. Bepaalde gedragingen worden namelijk niet een gewoonte door het simpelweg vaak te doen, zeggen gedragswetenschappers Inge Merkelbach en Andrea Evers. Daar komt meer bij kijken.
Bij het aanleren van nieuw gedrag is het volgens de gedragsdeskundige Inge Merkelbach van de Erasmus Universiteit vooral van belang of een gewoonte prettig aanvoelt. "Een gewoonte moet makkelijk, aantrekkelijk en natuurlijk zijn", zegt ze.
Wie bijvoorbeeld vaker wil fietsen, moet dit zo aantrekkelijk en makkelijk mogelijk maken. "Koop een mooie fiets of leg de fietssleutel van tevoren klaar. Maar hoe leuk we iets ook maken, niet alles kan een gewoonte worden. Altijd op handen en voeten lopen zou nooit lukken, omdat dat niet natuurlijk is."
Juist daardoor is het zo moeilijk om van de 'coronagewoontes' vaste gewoontes te maken, zegt Merkelbach. "De gedragsregels hadden een groot effect op ons sociale leven. Maar mensen ontlenen juist een groot stuk van hun identiteit aan sociale interactie."
Logisch dat we veel gewoontes ook weer snel hebben losgelaten, zegt ze. "Het sociale element is zo onderdeel van het menszijn, dat een gewoonte maken van iets dat hier tegenin gaat heel moeilijk is."
Ook hoe de omgeving reageert en is ingericht op gedrag, speelt een belangrijke rol bij het aannemen van gewoontes, legt Andrea Evers uit. Zij is hoogleraar gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden.
Niks herinnert ons meer aan de gewoontes die we in de coronatijd onszelf aanleerden, zegt ze. "De gedragsregels worden niet meer gecommuniceerd. Het centrale coronabeleid is losgelaten. Het is nu je eigen verantwoordelijkheid."
We worden dus niet meer op de gewoontes gewezen. Dat betekent overigens niet automatisch dat mensen hun eerder aangeleerde gewoontes laten varen. "Maar dat gebeurt wel als je dat doet bij gedragingen die mensen intrinsiek niet leuk vinden."
"Niemand vindt het dragen van een mondkapje leuk. Als daar geen beloning of regel tegenover staat, laten mensen het los", aldus de gezondheidspsychologe, die spreekt van een 'biologisch principe of dierlijk instinct in de mens'.
Er is nog een andere belangrijke voorwaarde waardoor mensen handelingen die ze niet leuk vinden toch eigen maken. Dan gaat het om de rol van ongeschreven regels. Evers wijst op de Aziatische cultuur, waar het dragen van een mondkapje als normaler wordt gezien dan in de westerse cultuur.
"Een mondkapje is in de Aziatische cultuur een middel om anderen te beschermen. Ben je verkouden, dan draag je een mondkapje, vindt men daar. Die ongeschreven regel ken je bij ons niet. Dus als het niet hoeft, dragen we het ook niet."
Niet alle gewoontes uit de coronatijd zijn verdwenen. Zo werken veel Nederlanders nog altijd regelmatig thuis en voelt niet iedereen zich even gemakkelijk bij het schudden van handen of het geven van drie zoenen.
"En bij de huisarts heb je nu vaak de mogelijkheid om een videoconsult in te plannen", voegt Evers toe. "Dat soort veranderingen hadden zonder de coronacrisis jaren geduurd." Volgens haar zijn deze gewoontes wél blijven hangen, omdat men er voordeel aan heeft, zoals een betere toegankelijkheid van de zorg.
Eigenlijk kunnen we niet spreken over nieuwe gewoontes, vindt Merkelbach. "Een crisis is natuurlijk een groot moment voor gedragsverandering. Zeker als er urgentie gevoeld wordt, wordt gedrag makkelijk veranderd. Maar dat zegt nog niks over onze gewoontes."
Zodra de urgentie vervalt, vallen mensen in hun gedrag snel weer terug. "Dan kun je eigenlijk zeggen dat sommige gedragingen nooit echt een gewoonte zijn geweest."
Dit merkt de gedragsexpert ook aan haar eigen gedrag. "Op het afstand houden let ik eerlijk gezegd niet meer," bekent ze. "Ik was laatst in Duitsland. Daar moet je nog wel een mondkapje op in openbare ruimtes. Dan merk je hoe snel je iets afleert. Ik moest mijn mondkapje echt zoeken."
Zowel Merkelbach als Evers verwachten dat het bij een eventuele lockdown moeilijker wordt om de coronagewoontes weer op te pakken. "De urgentie en de saamhorigheid die we eerst sterk voelden, zijn nu voor een groot deel verdwenen", zegt Merkelbach.
De opdracht om de mensen hun coronagewoontes bij een eventuele nieuwe coronagolf opnieuw aan te leren, ligt volgens haar bij de politiek. "Maar dat kan nog wel eens problemen opleveren", voegt Evers toe. "Want het beleid is nu gericht op de eigen verantwoordelijkheid. Het is echter een illusie dat je daarmee gedragsverandering op gang brengt."
16 May. 2022 | Tweede Kamer
Prof. dr. Moniek Buijzen van ESSB en prof. dr. Andrea Evers van Universiteit Leiden presenteren hun bevindingen op de langetermijnstrategie voor…
Read more
News
25 Feb. 2022 | Omroep west
Deze vrijdag is grote versoepeldag: de dag waarop de meeste coronamaatregelen komen te vervallen. Volgens hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Eve…
Read more
Media
LEIDEN - Deze vrijdag is grote versoepeldag: de dag waarop de meeste coronamaatregelen komen te vervallen. Volgens hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers aan Universiteit Leiden betekent dat alleen niet dat we weer helemaal teruggaan naar het oude normaal. 'Iedere gewoonte die het gedrag insluipt, kost moeite om kwijt te raken.'
Vanaf vrijdag hoeven mensen onderling geen anderhalve meter afstand meer te houden. Ook is het coronatoegangsbewijs op veel plekken niet meer verplicht en mogen horecazaken hun deuren weer tot de normale sluitingstijden openhouden. Sommige maatregelen, zoals het mondkapje in het openbaar vervoer, blijven nog wel van kracht.
Ondanks de versoepelingen zullen veel mensen toch voorzichtiger zijn, zegt Evers, die in de gedragsunit van de Wetenschappelijke Adviesraad Corona zit. 'Iedere gewoonte die het gedrag insluipt, kost moeite om kwijt te raken. Het houden van afstand bijvoorbeeld. Vroeger vond je het misschien nog wel oké als iemand net wat te dichtbij zit, maar nu niet meer. Of denk aan de drie zoenen op de wang. Je bent je toch bewuster dat je zo iets kunt overdragen', legt ze uit.
Of iemand een gewoonte wel of niet laat vallen, heeft volgens Evers te maken met hoe 'beperkend' die gewoonte is. 'Mondkapjes bijvoorbeeld. Veel mensen vonden dat niet fijn, dus zullen ze er minder moeite mee hebben om die maatregel los te laten. Drie zoenen vindt ook niet iedereen prettig.'
Volgens Evers hebben meerdere veranderingen van de afgelopen twee jaar daarom ook een goede kans om permanent te worden. 'Iedereen heeft de voordelen van thuiswerken ontdekt, terwijl dat vroeger vrij uitzonderlijk was. Of videobellen bijvoorbeeld. Dat zijn dingen die we inmiddels normaal zijn gaan vinden, maar als je het met drie jaar geleden vergelijkt zie je een groot verschil.'
Sommige gewoonten hebben een belangrijke functie. Dat is volgens Evers de reden dat we bijvoorbeeld niet snel zullen stoppen met handen schudden, terwijl dat juist een coronamaatregel van het eerste uur was.
'Als je een groep mensen ontmoet, zeg je niet 'hoi' tegen de hele groep, dan mis je het persoonlijke contact. Je loopt iedereen langs, kijkt ze aan en schudt ze de hand. Je stelt jezelf voor. Als je iemand ontmoet, ben je al snel geneigd de hand te schudden. Er is geen goed alternatief.'
Evers verwacht niet dat de gedragsveranderingen onder de mensen dusdanig groot zijn dat we in de toekomst beter voorbereid zijn op pandemieën. 'Mensen uit risicogroepen zullen er altijd rekening mee houden dat covid kan terugkeren. Dat is een feit. Maar over het algemeen denk ik niet dat we beter voorbereid zijn. Als het een pandemie is die erg op deze lijkt misschien wel.'
Die voorbereidende functie ligt wat haar betreft bij de overheid: 'De regering mist nog de langetermijnplanning. Ze moeten vooruit kunnen denken: hoe ga je communiceren over de maatregelen? Hoe motiveer je mensen? Hoe krijg je iedereen mee? De huidige crisis heeft zich gekenmerkt door kortetermijndenken.'
9 Feb. 2022 | RTL nieuws
Er is steeds minder angst in de samenleving voor het coronavirus en dat heeft gevolgen voor de coronamaatregelen: het draagvlak brokkelt in rap tempo…
Read more
Media
Er is steeds minder angst in de samenleving voor het coronavirus en dat heeft gevolgen voor de coronamaatregelen: het draagvlak brokkelt in rap tempo af. Gedragsexperts zien het ook: "Mensen zijn er moe van om te wachten of alles weer opengaat of juist niet. Mensen willen hun vrijheid terug."
Er was eind november nog veel onbekend over de nieuwe omikronvariant en dat ging gepaard met een toenemend gevoel van dreiging, zo blijkt uit gedragsonderzoek van het RIVM. Maar nu blijkt dat het ziekteverloop bij de omikronvariant veel milder is, maken weer minder mensen zich zorgen om het virus.
Deelnemers aan het het meest recente onderzoek gaven aan dat het tijd is 'om te leven met het virus' en te richten op herstel. Gisteren werd duidelijk dat ook zorgminister Ernst Kuipers in het beleid een ommezwaai maakt. Het uitgangspunt is vanaf nu: het openhouden van de samenleving.
Hoogleraren psychologie vertellen dat het draagvlak voor de maatregelen rap afneemt. Mensen hebben ook heel wat voor de kiezen gehad. "Je kunt spreken van een langdurige stresssituatie", zegt hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers van de Universiteit Leiden. "De onvoorspelbaarheid en de oncontroleerbaarheid geeft iedereen stress. En door zo'n stresssituatie worden mensen eerder somber en moedeloos. Dat kan voor extra weerstand zorgen."
Evers is lid is van de Wetenschappelijke Adviesraad Corona Gedragsunit. "Jongeren hebben daar nog eens extra last van. Ze lopen minder risico, maar hebben wel meer last van beperkingen, bijvoorbeeld door de sluiting van de horeca of de maatregelen in het onderwijs. Bij hun leeft nog maar meer de vraag: waarom doen we dit allemaal?"
Volgens Henk Aarts, hoogleraar gedragswetenschappen aan de universiteit Utrecht, veroorzaken alle veranderingen tijdens de pandemie voor spanning onder de bevolking. "Er zijn verschillende golven geweest waarbij het virus steeds weer opleefde. Daardoor moesten mensen zich de hele tijd aanpassen. Aanpassen aan weer strengere maatregelen. En die dan later weer loslaten. Dat constante aanpassen daar houden we niet van."
Dat zorgt voor minder geduld, zegt Aarts. "Mensen zijn er moe van om te wachten of alles weer opengaat of juist niet. Mensen willen hun vrijheid terug. Want keuzevrijheid en autonomie wordt in Nederland beschouwd als een zeer groot goed. We hebben altijd veel zelf mogen bepalen. Nu dat niet kan, raakt de pijp langzaam leeg. En mensen zien ook dat de omikronvariant op dit moment veel minder ernstig lijkt."
En toch is de hele samenleving nog niet open. "Kijk naar de nachtclubs en de horeca, daar staat nog steeds de rem op. Maar andere dingen kunnen wél. Dat laatste zorgt voor een afname van het gevoel van dreiging en het herstel van het oude leven. Daar rollen we langzaam in. Het maakt ook dat er langzaam minder steun is voor de strenge maatregelen."
Ook hoogleraar Evers ziet dat. "Dat mensen zich niet meer aan die regels houden is een probleem. Als je maatregelen afspreekt, wil je dat iedereen zich eraan houdt. Anders hoef je het niet te doen."
Het is juist aan de overheid om daar nu iets aan te doen, vindt Evers. "Ze moeten er alles aan doen om het vertrouwen te versterken. Dat moeten ze doen door heel goed uit te leggen welke maatregelen nodig zijn. En maak het zo concreet mogelijk. Laat bijvoorbeeld weten wat mensen moeten doen in het openbaar vervoer, als het heel erg druk wordt."
"Of zorg ervoor dat het zo makkelijk mogelijk wordt om een vaccin te halen. Dus geen gedoe met inloggen op een DigiD voor een afspraak een paar weken later op een verre plek. Ruim al die obstakels uit de weg. Maak de drempel zo laag mogelijk. Ga zo dichtbij mogelijk vaccins uitdelen, ga met bussen de buurt in of deel ze uit op de universiteit. En heb bij alle maatregelen aandacht voor alle verschillende groepen in de samenleving."
Volgens Evers is - nu omikron minder ernstig lijkt – dit het ideale moment voor het kabinet om burgers perspectief te bieden voor de toekomst. "Mensen kunnen zo'n stresssituatie volhouden als ze perspectief hebben. En je kan altijd perspectief bieden. Dit is daarvoor het moment suprême. De ziekenhuizen zijn niet meer aan het vollopen en we weten dat omikron ook weer voorbijgaat. Dit is het perfecte moment om dat perspectief te bieden."
Het kabinet moet volgens Evers schetsen hoe er voortaan moet worden geleefd met het coronavirus. "We weten nu dat er een kans is dat er in het najaar ook weer een golf komt. Daar moet je op voorbereid zijn. We moeten leren leven met een virus als corona. En dat kan je bijvoorbeeld doen door grote bijeenkomsten, zoals festivals, vooral gedurende de zomermaanden te organiseren. Dat biedt mensen perspectief."
Juist zo'n vooruitzicht helpt mensen, denkt Evers. "Uit stressonderzoek blijkt dat mensen zich enorm snel aanpassen. Maar ze moeten wel weten waar ze mee te dealen hebben."