Het is zelden dodelijk en verspreidt zich veel minder snel dan corona, maar er is wel veel aandacht voor het apenpokkenvirus. In Nederland zijn twaalf besmettingen bekend. Dat is geen enorm aantal, toch schuiven virologen aan in talkshows en wordt er veel over apenpokken gepraat.
Dat komt door corona, denkt gezondheidseconoom en epidemioloog Eline van den Broek-Altenburg. "Het gedrag in Nederland is wat dat betreft veranderd. Vroeger waren we niet zo snel in paniek, maar sinds corona denken we sneller in doemscenario's. Virologen praten nu al over de noodzaak tot 'indammen'. Die terminologie kennen we van het begin van de coronapandemie en daarmee maken we mensen onnodig bang."
Virale verrassingen
Ook viroloog Louis Kroes denkt dat we door de coronapandemie meer interesse in apenpokken hebben. "Ik zit al tientallen jaren in het vak en voor corona ging het in talkshows nooit zoveel over virussen. Deze apenpokkenuitbraak is weliswaar een curiositeit, maar krijgt veel aandacht doordat iedereen momenteel zeer gespannen is over virale verrassingen." Epidemioloog Patricia Bruijning noemt het een coronapandemie-trauma. "We zijn extra alert.
Niemand zit te wachten op nog een virus dat rondgaat.
- Epidemioloog Patricia Bruijning.
Reden tot grote zorg over apenpokken is er vooralsnog niet, vindt Kroes. "Dit is echt een totaal ander verhaal dan corona. Het apenpokkenvirus dat nu in Europa is, leidt zeer zelden tot ernstige ziekte." Bovendien verspreidt het zich niet zo snel als corona, zegt epidemioloog Bruijning. "Anders dan bij covid is voor overdracht meestal nauw contact nodig."
Opmerkelijke uitbraak
Toch vindt Bruijning het terecht dat er alertheid is. "We willen apenpokken heel graag indammen, want niemand zit te wachten op nog een virus dat rondgaat in onze samenleving. Zo'n grote uitbraak van apenpokken over veel landen buiten Afrika hebben we nooit eerder gezien, dat is opmerkelijk."
Opvallend is de uitbraak zeker, beaamt viroloog Kroes. "Monkeypox hoort bij pokkenvirussen en dat zijn dna-virussen. Corona en influenza zijn bijvoorbeeld rna-virussen. Dna-virussen zijn veel stabieler en meer aangepast aan gastheren, rna-virussen zijn veranderlijk, 'wilder' en veroorzaken daardoor epidemieën. Daarom is het opmerkelijk dat een dna-virus - apenpokken - opeens beter door mensen overgedragen lijkt te worden."
Het apenpokkenvirus kwam in Europa zelden voor, maar duikt de laatste tijd steeds vaker op. We beantwoorden in dit artikel vijf vragen over het virus.
Opmerkelijk of niet, gezondheidseconoom en epidemioloog Eline van den Broek-Altenburg noemt de toon over apenpokken stemmingmakerij. "De mortaliteit is extreem laag. Alles heeft te maken met relatief risico. Het relatieve risico voor de man op straat is niet groot. Daarom is het voorbarig om er zoveel over te praten."
Collectief coronatrauma
Gezondheidspsycholoog Andrea Evers waarschuwt dat media-aandacht voor de mogelijke negatieve gevolgen van apenpokken mensen onnodig angst kan aanjagen. "Door negatieve gebeurtenissen, trauma's, uit het verleden reageer je daarna gevoeliger op alles wat erop lijkt. Corona kunnen we zien als een chronische stressperiode, we hebben een 'collectief coronatrauma'. Veel Nederlanders zijn nu dus gevoeliger voor berichten over besmettelijke virussen."
Van den Broek vindt het zelfs schadelijk dat er zoveel over apenpokken gesproken wordt. Ze doet momenteel onderzoek naar de gezondheidsschade van het Nederlandse coronabeleid. "We hebben het nu juist nodig om te herstellen. Het is overdreven om Nederlanders bang te maken voor iets dat voor hen geen reëel risico is.
We moeten oppassen dat we niet doorschieten.
- Viroloog Louis Kroes
Viroloog Kroes vindt de aandacht voor apenpokken terecht. "Voor corona werden virale dreigingen onderschat. Dat is door de traumatische ervaring met corona stevig gecorrigeerd. We moeten misschien oppassen dat we niet doorschieten, maar de nieuwe alertheid is juist goed."
Epidemioloog Bruijning denkt dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen wetenschap en publiek. "De wetenschappelijke respons op apenpokken schiet niet door, die moet adequaat zijn. Net als de reactie vanuit de gezondheidszorg. Maar anders dan met corona heb ik vertrouwen dat we dit kunnen indammen en misschien hoeven we niet elke stap met heel het Nederlandse publiek te delen."